Geologie van beeldhouw stenen/Geology of stones to sculpture

In de afbeelding hierboven de geologie van de aarde in een chronologische tabel.

Steen is miljarden jaren geleden ontstaan, in een heel langzaam proces, door druk van de aarde, druk van beneden af of van bovenaf en is te onderscheiden in drie hoofdgroepen van soorten steen.

Stollingsgesteenten
Deze steen ontstond, doordat gloeiend heet magma uit de diepte van de aarde omhoog kwam. Als het onder het oppervlak van de aarde bleef en langzaam afkoelde ontstond o.a. graniet en dioriet. Graniet komt het meeste voor en wordt her en der op de aarde gevonden bijv. in Scandinavië, Zuid-Afrika, Brazilië, Noord-Amerika, Groot-Brittannië, Sardinië en het rode graniet van Bretagne. Door de menging met verschillende mineralen en zuurstof komt het in allerlei kleuren voor. Deze steen is glanzend te polijsten.

Soms vloeide de lava via gangen en pijpen in de aardkorst naar buiten en koelde daar snel af. Dit gesteente heet ganggesteente en plaatgesteente, voorbeelden daarvan zijn o.a. basalt, porfier, obsidiaan en diabaas. Basalt wordt bijv. gevonden in Schotland.
Stollingsgesteenten behoren tot de hardste steensoorten op aarde.

In the image above the geology of the Earth in a chronological table.

Stone was created billions of years ago, in a very slow process, by pressure from the earth, pressure from below or from above and can be distinguished into three main groups of types of stone.

Igneous rocks
This stone was formed when red-hot magma rose from the depths of the earth. If it remained below the surface of the earth and cooled slowly, granite and diorite were formed, among other things. Granite is the most common and is found here and there on the earth, e.g. in Scandinavia, South Africa, Brazil, North America, Great Britain, Sardinia and the red granite of Brittany. Due to the mixture with different minerals and oxygen, it comes in all kinds of colors. This stone can be polished to a shine.

Sometimes the lava flowed out through passages and pipes in the earth's crust and cooled quickly. This rock is called gangue and plate rock, examples of which include basalt, porphyry, obsidian and diabase. Basalt is found, for example, in Scotland.
Igneous rocks are among the hardest types of rock on Earth.

  Graniet/granite, India

   ←   

Veluwse Scandinavi(an)sche zwerfstenen/boulders

Afzettingsgesteenten
Deze steen ontstond, doordat er uitwendige krachten op het aardoppervlak inwerkten. Van de bergen kwam via gletsjers en rivieren erosiemateriaal mee naar beneden en werd onder hoge druk samengedrukt met fossiele resten en schelpen door de zeeën die er eerst waren. Eronder vallen bijv. leisteen, zandsteen- en kalksteensoorten. In Duitsland wordt gele en rode zandsteen gevonden, kalksteen komt o.a. uit Frankrijk, Spanje, Egypte en Azië en komt voor in diverse kleuren o.a. wit, geel, roodachtig, grijs of zwart. Deze stenen zijn niet glanzend te polijsten, maar wel goed te bewerken met de puntbeitel en de hamer.

 

Omzettingsgesteenten
Deze steen ontstond door een omzetting of metamorfose na inwerking van hoge druk en verhitting, wat chemische processen teweegbracht. De eigenlijke structuur van de steen veranderde daardoor en er ontstond een nieuwe steensoort. Steen waarbij dit gebeurde wordt meestal dichtbij vulkanische grond gevonden en zijn bijv. speksteen, albast, marmer, travertijn en serpentijn. Deze stenen kunnen ook sterk variëren in kleur en hun vindplaatsen zijn over de hele wereld o.a. in Spanje, Portugal, Italie, Griekenland, Zimbabwe, VS, Noorwegen. Travertijn is daarbij een soort gatenkaas steen, omdat het vaak holtes heeft. Door hun compactheid zijn deze stenen glanzend te polijsten. Het bewerken varieert.

Door het miljoenen jaren in beslag nemende transformatieproces, kan een bepaalde steensoort in de loop van de tijd veranderen in een andere steensoort.

Sedimentary rocks
This stone was created because external forces acted on the earth's surface. Erosive material came down from the mountains via glaciers and rivers and was compressed under high pressure with fossil remains and shells by the seas that were there before. This includes, for example, slate, sandstone and limestone types. Yellow and red sandstone is found in Germany, limestone comes from France, Spain, Egypt and Asia and comes in various colors, including white, yellow, reddish, gray or black. These stones cannot be polished to a shiny finish, but they can be worked well with a pointed chisel and hammer.

Transformational rocks
This stone was created by a conversion or metamorphosis after the action of high pressure and heating, which caused chemical processes. This caused the actual structure of the stone to change and a new type of stone was created. Stones where this happened are usually found close to volcanic soil and include soapstone, alabaster, marble, travertine and serpentine. These stones can also vary greatly in color and are found all over the world, including Spain, Portugal, Italy, Greece, Zimbabwe, USA, Norway. Travertine is a kind of holey cheese stone, because it often has cavities. Due to their compactness, these stones can be polished to a shine. Editing varies.

Due to the transformation process that takes millions of years, a certain type of stone can change into another type of stone over time.

  Diabaas/Diabase, Duitsland/Germany

  ← 

INDELING PER SOORT OM TE KUNNEN BEWERKEN

Harde steensoorten om te bewerken zijn alle stollingsgesteenten graniet, dioriet, porfier, diabaas, obsidiaan, basalt. Al deze steensoorten kunnen alleen goed bewerkt worden met diamantgereedschap, wat het erg kostbaar maakt.
GRANIET
Graniet is een vulkanische hardsteen. De naam graniet komt van granus, wat korrel betekent., hoewel het stollingsgesteente niet tot de korrelige gesteentes behoort. Als het magma in het binnenste van de aarde afkoelt, ontstaat o.a. graniet, dat verschillende mineralen bevat. Het gelijkmatigst is het witte of roze veldspaat, dat als bindmiddel van het harde kwarts en van mica dient, maar ook van andere mineralen die kleur aan de steen geven. De steen is constant grofkorrelig en daarom goed te polijsten tot hoogglans. Bij het bewerken van graniet wordt meestal diamantgereedschap gebruikt (widia). Vindplaatsen van graniet zijn in Frankrijk, Italië, Sardinië, Spanje en Portugal, India, rode graniet uit Zweden, Finland en Argentinië, zwart uit Uruguay, Zuid-Afrika en Brazilië. De zwerfstenen in Nederland bestaan meestal uit graniet uit Scandinavië.
- basalt – is eigenlijk een uitvloeiingsgesteente, dat op het oppervlak van de aardkorst gevormd wordt De meeste basalt in Nederland komt uit de Duitse Eifel. Het kan zwart, grijs, blauwachtig, groenachtig en zelfs roodachtig zijn. Goed gepolijst heeft het een metaalglans.
- diabaas of doleriet– is donkergroen tot bijna zwart is makkelijker te polijsten dan te bewerken. Het is een ganggesteente.
- dioriet – is het harde, zwarte gesteente, dat in Mesopotamië in trek was. Het is een diepte- en ganggesteente.
- gabbro of zwart graniet– is zwart/grijzig, maar krijgt na bewerking witte en groenige tinten. Vindplaats o.a. Essex in Engeland. In gabbro worden veel metalen aangetroffen.
- gneis kan een vrij constant gespikkeld uiterlijk hebben, dat lijkt op graniet. Maar er zijn ook gneis soorten met een (on)regelmatige waaiering van kleuren. Dit vertelt iets over de herkomst van de soort. Gneis is ontstaan door een metamorfose (omzetting) van één of meerdere andere gesteenten, zoals graniet of zandsteen. Vooral rood-, bruin- en grijstinten komen veel voor.
- obsidiaan – is een natuurlijk voorkomend vulkanisch glas met een metaalglans, bestaat uit niet-uitgekristalliseerde lava en is daarom breekbaar. De kleur is meestal donkergroen tot zwart.
- porfier – is roodachtig of paars en bevat veldspaten kristallen en is moeilijk bewerkbaar. Het is een ganggesteente. Van porfier is sprake als dit leidt tot het voorkomen van een mengsel van diverse grove mineralen in een fijnkorrelige grondmassa. Vindplaatsen zijn o.a. in België, in de oudheid ook in Egypte.
- syeniet - lijkt op graniet maar bevat weinig kwarts, waardoor het beter te bewerken is. Het kan roze, violet, groen of grijs zijn. Het is een dieptegesteente.
- Volvic - een grijze vulkanische basaltlava uit de Auvergne, niet geschikt om te polijsten.

CLASSIFICATION BY TYPE FOR EDITING

Hard types of stone to work are all igneous rocks such as granite, diorite, porphyry, diabase, obsidian, basalt. All these types of stone can only be properly worked with diamond tools, which makes them very expensive.
GRANITE
Granite is a volcanic bluestone. The name granite comes from granus, which means grain, although the igneous rock is not one of the granular rocks. When the magma in the interior of the earth cools, granite is formed, which contains various minerals. The most uniform is the white or pink feldspar, which serves as a binder for the hard quartz and mica, but also for other minerals that give color to the stone. The stone is consistently coarse-grained and therefore easy to polish to a high gloss. When working granite, diamond tools are usually used (widia). Locations of granite are in France, Italy, Sardinia, Spain and Portugal, India, red granite from Sweden, Finland and Argentina, black from India, Uruguay, South Africa and Brazil. The boulders in the Netherlands usually consist of granite from Scandinavia.
- basalt – is actually an outcrop rock that is formed on the surface of the earth's crust. Most basalt in the Netherlands comes from the German Eifel. It can be black, gray, bluish, greenish and even reddish. Well polished it has a metallic sheen.
- diabase or dolerite – is dark green to almost black and is easier to polish than to machine. It's gangue.
- diorite – is the hard black rock, that was popular in Mesopotamia. It is a deep and gangue rock.
- gabbro or black granite – is black/greyish, but after processing it takes on white and greenish tones. Location includes Essex in England. Many metals are found in gabbro.
- gneiss can have a fairly consistent speckled appearance, resembling granite. But there are also gneiss types with an (ir)regular range of colors. This tells something about the origin of the species. Gneiss is formed by a metamorphosis (conversion) of one or more other rocks, such as granite or sandstone. Red, brown and gray shades are especially common.
- obsidian – is a naturally occurring volcanic glass with a metallic luster, consists of uncrystallized lava and is therefore fragile. The color is usually dark green to black.
- porphyry – is reddish or purple and contains feldspar crystals and is difficult to work with. It's gangue. Porphyry exists if it leads to the occurrence of a mixture of various coarse minerals in a fine-grained soil mass. Locations include Belgium, and in ancient times also Egypt.
- syenite - resembles granite but contains little quartz, making it easier to work with. It can be pink, violet, green or gray. It is a deep rock.
- Volvic - a volcanic grey basalt lava from the Auvergne, not suitable for polishing.

  Diabaas/Diabase, Duitsland/Germany         
  ←                                 

                            Volvic, Auvergne-Frankrijk/France

                                                                                  →

Vervolgens zijn er de HARDSTEENSOORTEN zoals het Duits dolomiet, Duits en Noors muschelkalksteen, Belgische blauwe hardsteen.
Deze soorten vragen een bewerking met widia gereedschap. Dit is gereedschap dat is voorzien van een laag wolfraamcarbide (94%) met kobalt, dat zeer hard is. De naam widia is afkomstig van het Duitse wie Diamant. In de praktijk betekent dit, dat in de puntbeitels dan een extra verharde punt is gemaakt.

Blauwe (Belgische) hardsteen of arduin is zo'n 300 miljoen jaar geleden in het Carboon tijdperk ontstaan. Het is een kalksteen met een min of meer uitgesproken blauwgrijze kleur die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van zeer veel fossielen van schelpen, slakken, koralen en zeelelies. Dit zijn diertjes die op de bodem van ondiepe zeeën leven. Bij het afsterven bleef hun kalkskelet op de bodem achter en samen met de calciet afzetting die het geheel aan elkaar smeedde, vormde zich in de loop van jaren de blauwe hardsteenlaag. De steen is dus een aaneenkitting van crinoïden door microkristallijn calciet. De kleur wordt bepaald door zeer fijn verspreid koolstof. Het wordt op diverse plaatsen in België gewonnen.
De Belgische hardsteen, van Laat-Devonische tot en met Vroeg-Carboon-ouderdom, komt met name voor in de Ardennen. De kalksteen is daar ontstaan in een ondiep marien afzettingsmilieu waar veel leven te vinden was. Doordat het afzettingsmilieu veelal reducerend was, zijn zwavelhoudende mineralen ontstaan en bevat de kalksteen een hoog percentage organisch materiaal. Hierom wordt het ook wel "kolenkalk" genoemd. Het H2S (waterstofsulfide) dat vrijkomt als er op het gesteente geslagen wordt, heeft het de naam "stinkkalk" opgeleverd. Het stinkt naar mest. Omdat het gesteente zo hard en dicht is wordt het in de volksmond ook petit granit genoemd. Graniet is echter een stollingsgesteente en de 'blauwe' hardsteen een afzettingsgesteente.
Er kunnen fossielen in aangetroffen worden en kristallen.
Andere namen voor deze steensoort:
Belgische blauwe hardsteen, Blauwe steen, Blauwsteen, Belgische hardsteen, Hardsteen, Naamse hardsteen, Arduin, Blauwe Arduin, Escosijnse steen, Crinoïdekalksteen, kolenkalk, stinkkalk, petit granit.

Dolomiet In zijn voorkomen lijkt dolomiet op calciet, maar het lost slecht tot niet op in zoutzuur. Het is niet precies bekend hoe het mineraal wordt gevormd, een mogelijkheid is dat het gebeurde in ondiep zeewater in (sub-)tropische gebieden, maar ook andere mechanismen zijn mogelijk. Hoewel het gesteente meestal niet door sedimentatie ontstaat, wordt het toch tot de sedimentaire gesteenten gerekend. Groene, grijze, roze, geelbruine en bruine varianten. Het wordt ook gebruikt als grondstof voor cement. Diverse vindplaatsen o.a. Marokko, Duitsland, Italië, Zwitserland, Spanje.

Muschelkalksteen of Kirchheimer Kalksteen, bruin en lichtgrijze varianten en structuurvarianten zoals «krensheimer muschelkalksteen»: polijstbare kalksteen welke gewonnen wordt bij Krensheim in de omgeving van Würzburg, Duitsland. Deze steensoort is zo'n 215 miljoen jaar oud, ontstaan in het Trias tijdperk. De steen heeft een bruinachtig grijze ondergrond, wisselt per laag van kleur, en heeft een fijne adering. De steen is opgebouwd uit talloze resten van schelpen, is vaak duidelijk gelaagd en is homogeen van structuur en kwaliteit. Het breukvlak is grofkorrelig.

Then there are the HARDSTONE TYPES such as German dolomite, German and Norwegian muschel limestone, Belgian bluestone.
These types require editing with widia tools. This is a tool that has a layer of tungsten carbide (94%) with cobalt, which is very hard. The name widia comes from the German - wie Diamant. In practice, this means that an extra hardened point has been made in the pointed chisels.
Blue (Belgian) bluestone or bluestone was created about 300 million years ago in the Carboniferous period. It is a limestone with a more or less pronounced blue-gray color characterized by the presence of many fossils of shells, snails, corals and sea lilies. These are animals that live at the bottom of shallow seas. When they died, their limestone skeleton was left behind on the bottom and, together with the calcite deposit that forged the whole together, the bluestone layer was formed over the years. The stone is therefore a bond of crinoids through microcrystalline calcite. The color is determined by very finely dispersed carbon. It is extracted in various places in Belgium.
Belgian bluestone, from Late Devonian to Early Carboniferous age, is mainly found in the Ardennes. The limestone was formed there in a shallow marine sedimentary environment where a lot of life could be found. Because the depositional environment was often reducing, sulfur-containing minerals were formed and the limestone contains a high percentage of organic material. This is why it is also called "coal lime". The H2S (hydrogen sulphide) that is released when the rock is struck has given it the name "stink lime". It stinks of manure. Because the rock is so hard and dense, it is also popularly called petit granite. However, granite is an igneous rock and the 'blue' bluestone is a sedimentary rock.
Fossils and crystals can be found in it.
Other names for this type of stone:
Belgian bluestone, Bluestone, Bluestone, Belgian bluestone, Bluestone, Namur bluestone, Bluestone, Bluestone, Escosinian stone, Crinoid limestone, coal lime, stink lime, petit granite.

Dolomite In appearance, dolomite resembles calcite, but it dissolves poorly or not at all in hydrochloric acid. It is not known exactly how the mineral is formed, one possibility is that it happened in shallow seawater in (sub)tropical areas, but other mechanisms are also possible. Although the rock is usually not formed by sedimentation, it is still considered a sedimentary rock. Green, gray, pink, tan and brown variants. It is also used as a raw material for cement. Various locations including Morocco, Germany, Italy, Switzerland, Spain.

Muschellimestone or Kirchheimer Limestone, brown and light gray variants and structural variants such as "Krensheimer Muschellimestone": polishable limestone which is mined near Krensheim in the vicinity of Würzburg, Germany. This type of stone is about 215 million years old, originated in the Triassic period. The stone has a brownish-gray surface, changes color per layer, and has fine veining. The stone is made up of countless remains of shells, is often clearly layered and is homogeneous in structure and quality. The fracture surface is coarse-grained.

   Belgische Hardsteen/Belgian bluestone                       

                                            Dolomiet/Dolomite

                                                                          →

MIDDELHARDE STEENSOORTEN om te bewerken zijn marmer, travertijn, Springstone (= een harde serpentijnsoort) en kalksteen.

Kalksteen is een afzettingsgesteente dat voor een groot deel bestaat uit calciumcarbonaat. Het is zo'n 200 miljoen jaar geleden ontstaan in het Jura tijdperk. Kalksteen bevat vaak fossielen, zoals schelpen, ammonieten en veel micro-organismen. In kalksteen treden vaak karst verschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen. In Zuid-Limburg komt de kalksteen op veel plekken aan de oppervlakte. Ten onrechte wordt de kalksteen hier ook mergel genoemd. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor. De White Cliffs van Dover bestaan ook uit kalksteen. De steen varieert van wit tot grijs, soms okerkleurig (Turkse) tot bruin, roodachtige, maar ook zwarte uit Calatorao in Spanje. Vindplaatsen in Europa zijn in Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië. Bewerking vindt plaats met jop, puntbeitel, tand en platte beitel, schuren met caborundumsteen. De steen is niet tot hoogglans te polijsten. Het rode en zwarte Belgische marmer is eigenlijk een afzettingsgesteente.

MEDIUM HARD STONE TYPES for working are marble, travertine, Springstone (= a hard serpentine type) and limestone.
Limestone is a sedimentary rock that consists largely of calcium carbonate. It originated about 200 million years ago in the Jurassic period. Limestone often contains fossils, such as shells, ammonites and many microorganisms. Karst phenomena often occur in limestone, such as caves with dripstones, dolines, poljes and deep karst valleys. In South Limburg, the limestone comes to the surface in many places. The limestone is also wrongly called marl here. In Belgium, limestone is found in many places in the Ardennes. The White Cliffs of Dover are also made of limestone. The stone varies from white to gray, sometimes ocher (Turkish) to brown, reddish, but also black from Calatorao in Spain. Locations in Europe are in France, Germany, England and Italy. Machining takes place with a jop, pointed chisel, tooth and flat chisel, sanding with caborundum stone. The stone cannot be polished to a high gloss. The red and black Belgian marble is actually a sedimentary rock.

   Franse Kalksteen Euville/French Limestone Euville

     

Marmer is een metamorf gesteente, omgezette kalksteen, bestaande uit zeer puur calciumcarbonaat. Vanwege zijn zachtheid, relatieve isotropie en homogeniteit is marmer zeer gewild als bouwmateriaal en in de beeldhouwkunst. De temperaturen en drukken die nodig zijn om kalksteen om te vormen in marmer zijn dermate hoog, dat eventueel in de kalksteen aanwezige fossielen vernietigd worden. Het woord "marmer" komt van het Griekse woord "marmaros" dat "glanzende steen" betekent. Marmer wordt op diverse plaatsen in de wereld gewonnen o.a. Italië (wit, zwart/grijs, anthraciet, rood, groen), Griekenland (wit, ivoorkleurig), Spanje (wit, grijs, grijswit) Portugal hardsteenmarmer (roze/oranje), Turkije (rood), India, Pakistan en Frankrijk (groen), Brazilië blauwe granietmarmer Azul de Macauba en kan allerlei verschillende kleuren hebben. Naast kleurverschillen zijn er ook verschillen in adering van fijn tot grof en in korrelgrootte, hierdoor is onderscheid in statuario en ordinario, alhoewel dit ook met de witheid te maken heeft en adering. Gereedschap voor de bewerking is afhankelijk van de hardheid en kan plaats vinden met diamantzaag, granietbeitels, widia gereedschap of marmergereedschap – puntbeitel, tandbeitel, platte beitel, raspen, vijlen, schuren, polijsten, eindafwerking met o.a. bijenwas, inbranden van zuren, geconcentreerd zeepsop van groene zeep. 

Hieronder van boven naar beneden en van links naar rechts:
1. Griekse ordinario marmer, 2. Italiaanse statuario marmer, 3. Rode Griekse Parnon marmer, 4. Blauwe Braziliaanse granietmarmer Azul de Macauba, 
5. Portugese rose/oranje Aurora hardsteenmarmer, 6. Italiaanse Paonazzo marmer, 7. Blauw Namibie's marmer, 8. Italiaans Calacatta oro marmer.

Marble is a metamorphic rock, converted limestone, consisting of very pure calcium carbonate. Because of its softness, relative isotropy and homogeneity, marble is highly sought after as a building material and in sculpture. The temperatures and pressures required to transform limestone into marble are so high that any fossils present in the limestone are destroyed. The word "marble" comes from the Greek word "marmaros" which means "shining stone". Marble is mined in various places around the world, including Italy (white, black/gray, anthracite, red, green), Greece (white, ivory), Spain (white, gray, gray-white), Portugal bluestone marble (pink/orange), Turkey (red), India, Pakistan and France (green), Brazil blue granite marble Azul de Macauba and can have all kinds of different colors. In addition to color differences, there are also differences in veining from fine to coarse and in grain size, which makes a distinction between statuario and ordinario, although this also has to do with the whiteness and veining. Tools for processing depend on the hardness and can be done with a diamond saw, granite chisels, Widia tools or marble tools - pointed chisel, tooth chisel, flat chisel, rasping, filing, sanding, polishing, final finishing with, among other things, beeswax, burning acids, concentrated green soap solution.

Below from top to bottom and from left to right:
1. Greek ordinario marble, 2. Italian statuario marble, 3. Red Greek Parnon marble, 4. Blue Brazilian granite marble Azul de Macauba,
5. Portuguese pink/orange Aurora bluestone marble, 6. Italian Paonazzo marble, 7. Namibia's blue marble, 8. Italian Calacatta oro marble.

Onyx is een compacte, middelharde, glasachtige steen, gelaagd in kleuren variërend van ivoor en honinggeel tot roze en lichtgroen. Het is een glaschatige steensoort, die ook wel onyxmarmer wordt genoemd. Het heeft de hardheid van marmer. Onyxen worden ook gebruikt om andere stenen mee te splijten. Door de gelaagdheid van de steensoort is deze steen niet aan te raden voor de beginnende beeldhouwer. De bewerking vindt plaats met zaag, puntbeitel, tandijzer, raspen, schuren, polijsten, in de was zetten.
Onyx wordt gevonden in Brazilië, Madagaskar, Mexico, Uruguay, de Verenigde Staten en Pakistan, India, Iran en Turkije.

Onyx is a compact, medium-hard, glass-like stone, layered in colors ranging from ivory and honey yellow to pink and light green. It is a glassy type of stone, also called onyx marble. It has the hardness of marble. Onyxes are also used to split other stones. Due to the layered nature of the stone, this stone is not recommended for the novice sculptor. The processing takes place with a saw, pointed chisel, tooth iron, rasping, sanding, polishing and waxing.
Onyx is found in Brazil, Madagascar, Mexico, Uruguay, the United States and Pakistan, India, Iran and Turkey.

   Onyx, Iran

   ← 

Springstone is een harde serpentijn steensoort, hoe zwarter hoe harder. Deze soort wordt gewonnen in ondiepe steengroeves, meestal afkomstig uit Zimbabwe, Afrika . De kleur is anthraciet/zwart. De naam Springstone is ontstaan, doordat bij het bewerken met de hamer en de beitel, de stukken steen eraf springen.

Springstone is a hard serpentine type of stone, the blacker the harder. This species is mined from shallow quarries, usually sourced from Zimbabwe, Africa. The color is anthracite/black. The name Springstone originated because the pieces of stone jump off when worked with a hammer and chisel.

   Springstone, Zimbabwe

      

Travertijn is een kalksteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk uit oververzadigd water uit warme bronnen. Takjes, bladeren en ander materiaal dat in dit water valt en later verteert, veroorzaken de kenmerkende onregelmatige poriën/holtes in dit materiaal. Travertijn ontstaat wanneer het zuurstof-gehalte in het water lager wordt (bijvoorbeeld door een stijging van de temperatuur) en kalk neerslaat Het vertoont ook crème of roodachtige aders. Het is een kalkhoudende albastsoort. Het is aardachtiger, harder en compacter dan albast, maar heeft een fijne korrel en gaat bij polijsten glanzen. Een belangrijke vindplaats van travertijn is het plaatsje Tivoli ten oosten van Rome. Travertijn wordt als bouwmateriaal gebruikt en voor beeldhouwwerken. Het Colosseum in Rome is deels opgebouwd uit travertijn, evenals verschillende fonteinen in Rome en de St. Pieterskerk van het Vaticaan.

Travertine is a limestone formed by the precipitation of lime from supersaturated water from hot springs. Twigs, leaves and other material that falls into this water and later digests cause the characteristic irregular pores/cavities in this material. Travertine is formed when the oxygen content in the water decreases (for example due to a rise in temperature) and lime precipitates. It also shows cream or reddish veins. It is a calcareous type of alabaster. It is earthier, harder and more compact than alabaster, but has a fine grain and shines when polished. An important site of travertine is the town of Tivoli east of Rome. Travertine is used as a building material and for sculptures. The Colosseum in Rome is partly constructed from travertine, as are several fountains in Rome and the Vatican's St. Peter's Church.

   Rode travertijn/Red Travertine - Iran

   ←

Serpentijn - Het mineraal serpentijn of clinochrysotiel is een magnesium-ijzersilicaat. Het mineraal kan rood, geel, wit en groen zijn. De groene kleur is typisch voor het mineraal in het mantelgesteente serpentiniet. Het mineraal serpentijn is, net als het gesteente serpentiniet, genoemd naar het Latijnse woord serpens, dat "slang" betekent. De vorm waarin de mineralen gegroeid zijn in het gesteente doet denken aan de vorm van een slang. Ook werd het vroeger wel gebruikt als geneesmiddel tegen slangebeten. De andere naam voor serpentiniet, clinochrysotiel, is afgeleid van de Griekse woorden clinos, chrysos en tilos (respectievelijk "krom, scheef", "goud" en "vezel"). Het wordt zo genoemd door de goudkleurige vezelige structuur dat het mineraal kan aannemen. De kleuren varieren van bruin tot groen en rood. Er zijn diverse soorten serpentijn, variërend van zachter (vermengd met speksteen) tot harder (springstone, zie bij middelharde stenen).
Serpentijn is een verzamelnaam voor een grote groep steensoorten. De bekendste hiervan zijn de Steatiet (=donkerpaars/groen), Zwart / Bruine (Zebra)serpentijn, Opal serpentijn en Springstone (zwart). Hierbij is steatiet een relatief zachte steen en Springstone erg hard. Voorradig en ook de meest voorkomende steen in Zimbabwe zijn de middelharde serpentijn typen als de zwart/bruine en de Opal varianten. Bijna iedere steen heeft een roestbruine schil. Dit wordt ook wel een verwerings- of oxydatielaagje genoemd en is vrij zacht en bros.
De bewerking vindt plaats door hakken met de puntbeitel, tandbeitel, platte beitel, raspen, schuren, polijsten, in de was zetten.
Benamingen : donkerpaars/groene serpentijn = steatiet, Bruin/groen = Fruitserpentijn, Groene serpentijn, Zwart/Bruine (zebra) serpentijn, Green Opal, Spotted Opal (= lichtbruin, zandkleur), Cobalt serpentijn (= zwart), Springstone (= zwart),
Lepidoliet: zeer harde kristallijne paars/blauwe serpentijn, Leopard serpentijn: vrij harde geel-groen-zwarte gevlekte serpentijn.

Op de foto's hieronder van links naar rechts: lepidoliet, fruitserpentijn, steatiet, leopard serpentijn,

Serpentine - The mineral serpentine or clinochrysotile is a magnesium iron silicate. The mineral can be red, yellow, white and green. The green color is typical of the mineral in the mantle rock serpentinite. The mineral serpentine, like the rock serpentinite, is named after the Latin word serpens, which means "snake". The shape in which the minerals have grown in the rock is reminiscent of the shape of a snake. It was also used in the past as a medicine against snake bites. The other name for serpentinite, clinochrysotile, is derived from the Greek words clinos, chrysos and tilos ("crooked", "crooked", "gold" and "fiber", respectively). It is so called because of the golden-colored fibrous structure that the mineral can adopt. The colors vary from brown to green and red. There are various types of serpentine, ranging from softer (mixed with soapstone) to harder (springstone, see medium-hard stones).
Serpentine is a collective name for a large group of stone types. The best known of these are the Steatite (= dark purple/green), Black / Brown (Zebra) serpentine, Opal serpentine and Springstone (black). Steatite is a relatively soft stone and Springstone is very hard. Available and also the most common stone in Zimbabwe are the medium-hard serpentine types such as the black/brown and the Opal variants. Almost every stone has a rust-brown shell. This is also called a weathering or oxidation layer and is quite soft and brittle.
The processing takes place by chopping with a pointed chisel, tooth chisel, flat chisel, rasping, sanding, polishing and waxing.
Names: dark purple/green serpentine = steatite, Brown/green = Fruit serpentine, Green serpentine, Black/Brown (zebra) serpentine, Green Opal, Spotted Opal (= light brown, sand color), Cobalt serpentine (= black), Springstone (= black),
Lepidolite: very hard crystalline purple/blue serpentine, Leopard serpentine: quite hard yellow-green-black spotted serpentine.

ZACHTE STEENSOORTEN om te bewerken zijn speksteen, albast en zandsteen.

 

Zandsteen is een sedimentair- of afzettingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit zandkorrels. Bij sedimentatie van zandkorrels worden ook silt, kalk, grind, glimmers, veldspaat en andere gesteentefragmenten afgezet. Door verwering wordt een van oorsprong geelbruine zandsteen grijs. Door het voorkomen van bepaalde oxides en andere mineralen kleuren varianten bruinrood. Zandsteen werd in Nederland en België vrij veel toegepast als bouwmateriaal. In Nederland vooral de zandsteen uit Bentheim. Sinds 1951 is het bewerken van zandsteen in Nederland verboden, vanwege de grote hoeveelheid kwartsstof die bij het hakken vrijkomt. Dit veroorzaakt de longziekte silicose. Sinds die tijd wordt oude zandsteen bij restauraties vaak vervangen door Vaurion. Dit verweert echter veel lichter. Daarom wordt ook wel gekozen voor de donkere steensoorten Peperino of Basaltlava. In Nederland komt zandsteen aan de oppervlakte in het oosten van Twente, bij Winterswijk en in Limburg. Zandsteen heeft een zekere mate van poreusheid en kan daardoor een goed reservoir voor grondwater of olie/gas zijn. De meeste reservoirs van de olie- en gasvelden van de Noordzee en ook Slochteren zijn zandstenen. De Slochterense zandsteen is een in het Rotliegend afgezet eolische zandsteen. Vindplaatsen liggen over de hele wereld. De steensoort is grofkorrelig en daarom niet te polijsten. Bewerking vindt plaats met jop, puntijzer, tandijzer, platte beitel, raspen.

SOFT STONE TYPES to work are soapstone, alabaster and sandstone.

 

Sandstone is a sedimentary or sedimentary rock composed mainly of grains of sand. During sedimentation of sand grains, silt, lime, gravel, mica, feldspar and other rock fragments are also deposited. Due to weathering, an originally yellow-brown sandstone turns gray. Due to the presence of certain oxides and other minerals, varieties turn brown-red. Sandstone was widely used as a building material in the Netherlands and Belgium. In the Netherlands mainly the sandstone from Bentheim. Since 1951, the working of sandstone has been prohibited in the Netherlands, due to the large amount of quartz dust released during cutting. This causes the lung disease silicosis. Since then, old sandstone has often been replaced by Vaurion during restorations. However, this weathering is much easier. That is why the dark stone types Peperino or Basalt lava are also chosen. In the Netherlands, sandstone comes to the surface in the east of Twente, near Winterswijk and in Limburg. Sandstone has a certain degree of porosity and can therefore be a good reservoir for groundwater or oil/gas. Most reservoirs of the oil and gas fields of the North Sea and also Slochteren are sandstones. The Slochteren sandstone is an aeolian sandstone deposited in the Rotliegend. Locations are all over the world. The type of stone is coarse-grained and therefore cannot be polished. Processing takes place with a jop, point iron, tooth iron, flat chisel, rasps.

   Bentheimer zandsteen/sandstone

 

Albast - Kalkalbast is een geelachtig wit vrij hard marmer. Het wordt ook oriëntaalse albast genoemd omdat het al in de oudheid bewerkt werd in het Midden-Oosten. Een andere naam is onyxmarmer, omdat de gebande structuur aan onyx herinnert. De Griekse naam alabastrites is wellicht afkomstig van de stad Alabastron, in Egypte, waar de steen werd gedolven, maar het is ook mogelijk dat de stad naar de steen is vernoemd. Er is tevens gesuggereerd dat de naam uit het Arabisch stamt. Het oriëntaalse albast werd veel gebruikt om parfum- en zalfflesjes van te maken. Bovendien werden Egyptische canopische vazen vaak van albast gemaakt.
- Albast is een compacte, zachte en wat doorschijnende steensoort die bestaat uit niet helemaal uitgekristaliseerd gips en wordt in knollen aangetroffen. De kleuren zijn transparant wit, roze, champagne, zwart, rood-oranje. De vindplaatsen zijn onder andere Italië, Spanje en Egypte.
Een albastachtige soort is Seleniet, o.a. oranje uit Turkije. Aan de buitenkant vertonen de albastknollen vaak onregelmatigheden. Kleiresten en delen aarde bevinden zich hier voor een deel in de steen. Deze verontreiniging is karakteristiek voor albast en verleent de steen mede hierdoor zijn charme. Tegenwoordig wordt gipsalbast nog steeds gebruikt voor het vervaardigen van kunst- en gebruiksvoorwerpen. De bewerking vindt plaats door hakken met de platte beitel, tandbeitel, raspen, schuren, polijsten, in de was zetten.
Albast is een omzettingsgesteente.

Op de foto's hieronder van links naar rechts: witte albast, champagne albast, roze geaderde albast, Seleniet.

Alabaster - Lime alabaster is a yellowish white, quite hard marble. It is also called oriental alabaster because it has been worked in the Middle East since ancient times. Another name is onyx marble, because the barred structure is reminiscent of onyx. The Greek name alabastrites may come from the city of Alabastron, in Egypt, where the stone was mined, but it is also possible that the city was named after the stone. It has also been suggested that the name comes from Arabic. Oriental alabaster was widely used to make perfume and ointment bottles. In addition, Egyptian canopic vases were often made of alabaster.
- Alabaster is a compact, soft and somewhat translucent type of stone that consists of not completely crystallized gypsum and is found in nodules. The colors are transparent white, pink, champagne, black, red-orange. The locations include Italy, Spain and Egypt.
An alabaster-like type is Selenite, such as orange from Turkey. The alabaster tubers often show irregularities on the outside. Clay remains and parts of earth are partly in the stone here. This contamination is characteristic of alabaster and partly gives the stone its charm. Today, plaster alabaster is still used to make art and utensils. The processing takes place by chopping with the flat chisel, tooth chisel, rasping, sanding, polishing and waxing.
Alabaster is a transformation rock.

In the photos below from left to right: white alabaster, champagne alabaster, pink veined alabaster, Selenite.

Speksteen of zeepsteen - Vindplaatsen voor speksteen om een beeldje van te maken zijn Kenia, Brazilië, China en India, Mexico. Voor het maken van speksteen kachels zijn er vindplaatsen in o.a. Noorwegen, Finland, Zwitserland, Rusland. De hardheid van de steen varieert per regio waar het gedolven wordt. Het is een compacte, zeer zachte, vettige steensoort, maar kent ook wat hardere soorten bijv. de Indiase speksteen en nog harder de Keniaanse speksteen. Speksteen wordt ook toegepast als kachelomhulsel, omdat het erg goed warmte vasthoudt. De steensoort heeft veel verschillende kleuren bijv. wit, roze, rood, oker, zwart en grijs gestreept, groen, beige, paars, bruin, blauwgrijs. Bewerking vindt plaats door te zagen met de handzaag, raspen, vijlen, schuren met water, in de was zetten. Alleen de Keniaanse speksteen kan met beitels bewerkt worden.

De steensoort behoort tot de zachtste steensoort die er is en komt voor in vele kleuren door de inwerking van mineralen. De benaming speksteen heeft de steen gekregen doordat het wat vettig aanvoelt. Het heet ook wel zeepsteen en door het te verpulveren wordt er nog altijd talkpoeder van gemaakt.
Speksteen is een omzettingsgesteente en wordt vaak gedolven in de buurt van albast, marmer en serpentijn.
Omzettingsgesteente is een gesteente, dat een metamorfose of omzetting heeft ondergaan door de inwerking van hoge druk en verhitting, die chemische processen teweeg bracht. Door dit proces is de oorspronkelijke structuur van de gesteenten veranderd en zijn er nieuwe steensoorten ontstaan zoals speksteen, albast, marmer en serpentijn. Deze steensoorten zijn door hun compactheid ook goed te polijsten.

Spekstenen van boven naar onder en van links naar rechts:
1. zwart/witte Chinese speksteen, 2. Braziliaanse bruine speksteen, 3. Indiase donkergroene speksteen, 4. Chinese lichtgroene speksteen,
5. roze Chinese speksteen, 6. lichtgroene Indiase speksteen, 7. Braziliaanse groenig gevlekte speksteen, 8. Indiase donkerroze speksteen.

Soapstone - Locations for soapstone to make a sculpture are Kenya, Brazil, China and India, Mexico. There are locations for making soapstone stoves in Norway, Finland, Switzerland and Russia, among others. The hardness of the stone varies depending on the region where it is mined. It is a compact, very soft, greasy type of stone, but also has some harder types, such as the Indian soapstone and even harder the Kenyan soapstone. Soapstone is also used as a stove shell because it retains heat very well. The type of stone has many different colors, such as white, pink, red, ocher, black and gray striped, green, beige, purple, brown, blue-gray. Processing is carried out by sawing with a handsaw, rasping, filing, sanding with water and waxing. Only Kenyan soapstone can be worked with chisels.

The type of stone is one of the softest types of stone available and comes in many colors due to the action of minerals. The stone was given the name soapstone because it feels somewhat greasy. It is also called soapstone and by pulverizing it it is still made into talcum powder.
Soapstone is a transformation rock and is often mined near alabaster, marble and serpentine.
Conversion rock is a rock that has undergone a metamorphosis or transformation due to the action of high pressure and heating, which brought about chemical processes. This process has changed the original structure of the rocks and created new types of stone such as soapstone, alabaster, marble and serpentine. These types of stone are also easy to polish due to their compactness.

Soapstones from top to bottom and from left to right:
1. black/white Chinese soapstone, 2. Brazilian brown soapstone, 3. Indian dark green soapstone, 4. Chinese light green soapstone,
5. pink Chinese soapstone, 6. light green Indian soapstone, 7. Brazilian greenish mottled soapstone, 8. Indian dark pink soapstone.

Bronnen/Sources:

Bij deze pagina heb ik eigen kennis en ervaring met kennis op diverse sites en uit diverse boeken samengevoegd.

On this page I have combined my own knowledge and experience with knowledge from various sites and from various books.
www.geologievannederland.nl
www.huishoutsteen.wordpress.com
www.kijkeensomlaag.nl
www.natuursteensector.nl
www.natuursteen.nl 
www.stratigraphy.org 
www.wikipedia.org
www.zwerfsteenweb.nl
Beeldhouwen in Steen – Inge Toner - (Sculpting in Stone)
Het complete beeldhouwboek – Cami Santamera - (The complete Sculpturing book)

Deze website is gemaakt door Barbara Pijnappel. Op mijn producten en diensten, teksten & afbeeldingen geldt copyright, eigendomsvoorbehoud en pandrecht ©.